Aan prijsvechten doet Jarno van Wely niet. Als het goedkoop moet, dan stuurt de eigenaar van Van Wely Leidekkers uit Groessen de klanten liever een deurtje verder. ,,Ik wil iets goeds maken, anders doe ik het niet. Als het voor weinig moet, dan laat ik de kelk passeren”, zegt hij.
Van Wely is een van de bedrijven uit het register Kennis & Kunde en mag sinds kort ook de toevoeging ‘Hofleverancier’ dragen, officieel ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’. ,,Dat is een erkenning”, zegt Van Wely. ,,Het hele bedrijf is doorgelicht en het betekent wel wat. Je bedrijf moet financieel gezond zijn, je moet van onbesproken gedrag zijn en je moet iets voor de regio betekenen.”
Betrouwbaar
Een bedrijf kan hofleverancier worden als het honderd jaar bestaat. ,,Je hoeft niet meer per se werk gedaan te hebben voor het koninklijk huis, al hebben wij dat wel gedaan. We hebben onder meer gewerkt op de paleizen Drakensteyn, Het Loo en Soestdijk. Ik ben blij met de erkenning. Het is de bevestiging dat je een betrouwbare partner bent.”
Van Wely’s grootvader begon in 1921 toen hij een bedrijf in Zevenaar overnam. ,,Hij was als koperslager in de leer geweest en wilde graag voor zichzelf beginnen. Hij maakte in die tijd vooral pompen, ketels en waterleidingen. In de jaren zestig nam Jarno’s vader de zaak over en daarna was het de beurt aan hemzelf.
Dieren
,,Ik heb nog een oudere broer die de zaak zou kunnen overnemen, maar die wilde uiteindelijk toch niet voor het ondernemerschap gaan. Als hij het bedrijf wel zou hebben overgenomen, zou ik varkensboer geworden zijn. Ik heb wel iets met dieren, heb ook nog een tijdje op een boerderij gewerkt.” Nog steeds heeft hij veel liefde voor het beestenspul, want achter zijn huis loopt van alles rond: van pelikanen en een kameel tot aan alpaca’s.
Van Wely was geen onbekende in het leidekkersvak. ,,Als kind ging ik al mee met mijn vader om te helpen en klusjes te doen. Dat was in die tijd zo: je lag op zaterdag niet op de bank niks te doen, maar je hielp gewoon. En het ondernemerschap zat ook altijd al in me. Ik deed tentenverhuur en zo hier en daar wat handel.”
Goed
Het leidekkersvak past bij hem. ,,Het ambachtelijke en de restauraties liggen me. Je bent met iets moois bezig waarvan de prijs niet allesbepalend is. In tegenstelling tot bij nieuwbouw hoeft bij restauraties niet alles goedkoop. Ik wil ook dat iets echt goed wordt, dat had mijn vader ook. Als we iets moeten repareren dat er pas vijf jaar ligt en nu al problemen oplevert, dan adviseer ik om alles eraf te halen en het opnieuw te doen. Als ze alleen maar herstel willen, dan moeten ze echt naar een ander toe. Ik ga dat niet doen.”
Noem het van de oude stempel. ,,Ik heb het idee dat sommige mensen alleen maar afgaan op bedrijven met een mooie website. Maar je kunt beter bij een bedrijf vragen om een lijst met referenties en daar eens gaan kijken of informeren. Dan krijg je een beter beeld.”
Zelf opleiden
Van Wely heeft zes leidekkers in dienst die in tweetallen werken. ,,Ik zou nog wel werk hebben voor twee nieuwe mensen, maar die vind je niet zo makkelijk. In de opleidingen is tegenwoordig niet zoveel aandacht voor ons vak.”
Een goede leidekker werkt volgens Van Wely netjes en secuur en ‘gelooft in het gebouw’ waar hij aan werkt. ,,Niet maar een beetje rauzen omdat het toch zo hoog zit dat niemand het ziet. Daarom leiden wij onze mensen zelf op. Het duurt wel zeven jaar voordat je alles echt onder de knie hebt: ook op moeilijke plekken leien leggen, maar ook werken met koper, lood en zink.”